
Jurisprudentie
BE8985
Datum uitspraak2008-06-24
Datum gepubliceerd2008-08-22
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers108.004.523
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-08-22
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers108.004.523
Statusgepubliceerd
Indicatie
De betrokkene heeft geen zekerheid gesteld voor de opgelegde sanctie. Tussen verzending van de één na laatste en de laatste zekerheidsbrief is ruim veertien maanden verstreken. Inactiviteit. Redelijke termijn van berechting als bedoeld in 6 EVRM overschreden. Vernietiging inleidende beschikking.
Uitspraak
WAHV 108.004.523
24 juni 2008
CJIB 49088619383
Gerechtshof te Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank [woonplaats]
van 31 januari 2008
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [woonplaats].
1. De beslissing van de kantonrechter
De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de door de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie namens de officier van justitie (CVOM) in het arrondissement Amsterdam genomen beslissing niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2. Het procesverloop
De betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld een verweerschrift in te dienen. Hiervan is geen gebruik gemaakt.
3. Beoordeling
3.1. De kantonrechter heeft, uitgaande van de vaststelling dat de betrokkene niet binnen de in artikel 11, derde lid, WAHV gestelde termijn zekerheid heeft gesteld voor de betaling van de opgelegde administratieve sanctie en dat de betrokkene evenmin binnen een nader gestelde termijn dit verzuim heeft hersteld, het beroep van de betrokkene niet-ontvankelijk verklaard.
3.2. Met betrekking tot het procesverloop merkt het hof op dat de CVOM in de periode van 1 juni 2006 tot en met 16 juni 2006 vier zekerheidsbrieven heeft verzonden naar een tweetal van de betrokkene bekende adressen in [woonplaats]. Vervolgens is op 29 augustus 2007 een zekerheidsbrief aan een derde van de betrokkene bekend adres gezonden. Derhalve is er vanaf het verzenden van de één na laatste zekerheidsbrief d.d. 16 juni 2006 (verzonden op 3 juli 2006) tot het verzenden van de laatste zekerheidsbrief d.d. 29 augustus 2007 (verzonden op 29 augustus 2007) zonder aanwijsbare en aanvaardbare oorzaak sprake geweest van een periode van inactiviteit van de zijde van justitie.
3.3. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is het hof van oordeel dat de redelijke termijn van berechting als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden is overschreden. Het hof zal derhalve de bestreden beslissing, de beslissing van de officier van justitie alsmede de inleidende beschikking vernietigen.
4. De beslissing
Het gerechtshof:
vernietigt de beslissing van de kantonrechter;
verklaart het beroep gegrond;
vernietigt de beslissing van de officier van justitie d.d. 12 april 2006, alsmede de beschikking waarbij onder CJIB-nummer 49088619383 de administratieve sanctie is opgelegd.
Dit arrest is gewezen door mr. Poelman, in tegenwoordigheid van mr. Samplonius als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.